8 februari 2010

Parlementair onderzoek

Sinds een aantal weken is Jan de Wit belast met een parlementair onderzoek naar het financiële stelsel. Alle grote Nederlandse namen uit de financiële wereld zijn inmiddels gehoord: Rijkman Groenink, Nout Wellink, Gerrit Zalm, Wouter Bos, Wim Kok , etc. Wat mij al snel opviel tijdens de gehoren was dat niemand zichzelf als hoofdverantwoordelijke voor de fouten nam. Sterker dan ooit wezen allen op de goede zaken die ze als individu of als organisatie in gang hadden gezet en hoe anderen of hoe het buitenland het helemaal uit de hand heeft laten lopen. Daarmee leek het hele onderzoek op een geavanceerd potje “zwartepieten”. Net als bij dit klassieke kaartspel, zal degene die als laatste de rotzooi in handen heeft, de grote verliezer zijn. Bang voor gezichtsverlies en grote claims, zal echt niemand vooraf het boetkleed aantrekken.

Het overgrote merendeel van de gewone burger is echter woest, omdat de burger moet betalen voor de wandaden van rijke bankiers die met grote bonussen thuis mogen komen. Het ligt dus voor de hand dat de burgers op zoek zijn naar een schuldige. Echte voldoening en gevoel van rechtvaardigheid krijgt men waarschijnlijk pas als minimaal één persoon verantwoording moet afleggen in de vorm van straf. Of diegene ook daadwerkelijk schuld heeft, is daarbij ondergeschikt. Net als in de film Arlington Road, is het belangrijker dat er snel een schuldige wordt gevonden, dan te achterhalen wie nu eigenlijk schuld heeft. Iemand die wettig, maar toch moreel verwerpelijk heeft gehandeld, zoals Wim Kok en Rijkman Groenink, zal toch moeten boeten.

Hoewel ik ook met grote afkeer naar de twee laatstgenoemde heb zitten kijken, rees er bij mij nog een veel fundamentelere vraag: Zijn we niet allemaal een klein beetje schuldig? Kan het ook zo zijn dat de maatschappij als geheel zo’n complex systeem heeft geschapen, dat uiteindelijk niemand er nog directe controle over kon hebben? Zolang het goed ging en we allen de vruchten plukten van het systeem, hebben we alles gedoogd. In december 2007 plaatste ik een dergelijke voorspelling op het forum van Tegenlicht naar aanleiding van “De nieuwe ondernemer en de hyperconsument”. Daarin stelde ik: “De “Captains of Industry” zijn meestal buitengewoon hoogopgeleide en verstandige mensen. Maar de vraag is, of hun beeld de realiteit nog wel benadert, aangezien deze kleine machtige groep mensen bij uitstek groot is geworden dankzij het systeem en dus van nature nooit het systeem serieus ter discussie zal stellen... ...Ikzelf heb na het zien van de film “The Cube”, mijzelf altijd afgevraagd of de mens in staat is een systeem te creëren, dat zo complex is dat uiteindelijk iedereen zelf slechts verantwoordelijk is voor zo’n klein gedeelte ervan dat niemand meer het geheel overziet... ...Of het nu om de markt gaat of over politiek, meestal verlopen zulke systemen via een golfbewegingen die zichzelf uiteindelijk corrigeren.”

Eén van de problemen bij grote multinationalbanken is dat (net als ieder ander bedrijf) winst het enige doel is. Welliswaar zullen banken er veel aan doen om een betrouwbaar en klantvriendelijk imago op te bouwen, maar dat heeft uitsluitend als doel meer winst te behalen. Het is van ondergeschikt belang of de bank daadwerkelijk betrouwbaar en klantvriendelijk is. Banken zijn daarmee de moderne versies van “Rupsje nooitgenoeg”. De banken worden alleen geen vlinder. Ze blijven groeien en elkaar consumeren tot er niks meer te consumeren valt. Maar in tegenstelling tot andere bedrijven vormen de banken zo’n belangrijke basis voor het functioneren van de huidige maarschappij, dat de maatschappij helemaal niet meer zonder kan. Als de bank dus uit zijn voegen scheurt, dreigt de hele maatschappij mee te scheuren. Juist doordat de maatschappij zo veel meer afhankelijk is van de bank, dan de bank van de maatschappij, konden hebzuchtige autisten als Rijkman Groenink de hoogste functies bekleden.

Het lijkt er nu sterk op dat het financiële systeem inderdaad zo groot, zo complex en zo ondoorzichtig was geworden, dat niemand meer in staat was het geheel ervan te overzien. Als mensen niet meer in staat zijn hun eigen creaties te doorgronden, kan je ook niet meer verwachten dat de mens controle heeft. Hoe interessant de vraag over de schuldige en de manier van handelen van een paar individuen ook is, veel relevanter is te kijken naar de oorzaak van de crisis en de complexiteit ervan. Als we als maatschappij een nieuwe crisis willen voorkomen, dan zullen we ons met name op de versimpeling en het beperken van het systeem moeten richten en niet op het zoeken naar een tijdelijke zondebok.

26 januari 2010

De helden van 2009

Voor mij was 2009 het jaar van de Nederlandse volkshelden. In een tijd waarin de conventionele identiteiten van de verzuiling langzaam verdwijnen, is er meer dan ooit behoefte aan identiteit en groepsgevoel. Volkshelden kunnen daarbij een prominente voorbeeldsfunctie vervullen. De essentie van helden is de bereidheid zichzelf te offeren ten dienste van de grotere zaak. Zoals bij elke vorm van altruïstisch gedrag gaat het belang van de groep voor het belang van het individu. Dit doen helden uit moreel besef en niet met als voorbedachte opzet status eraan te onttrekken.

Wouter Bos bleek in 2009 zo’n echte held. Hij is door de socialisten gekozen als de grote voorman. Hij is dus het voorbeeld hoe de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen moeten dragen. Dat is terecht, want hij bleek de duurste zonnebril te hebben geclaimd op kosten van de staat. Het imago van het individu was immers belangrijker dan het geld van de groep. Jan Peter Balkenende zou ook een echte held blijken te zijn. Hij is de grote voorman van de Christenen. Bij Christenen draait alles om naastenliefde. Balkenende als held, gaf het goede voorbeeld hoe je met mens en misdaad moet omgaan. Dat deed hij door een onwetmatige oorlog te steunen, onderzoek daarnaar zolang mogelijk uit te stellen, het oordeel erover te bagatelliseren, om ten slotte te weigeren spijt te uiten en lering te trekken. Geert Wilders is een nog grotere held. Hij is de held op het gebied van vrijheid. Het grootste goed van vrijheid is de vrijheid van meningsuiting. Geert Wilders komt als individu op voor de mensheid door mensen met andere culturele achtergrond dan de zijne te verbieden hun mening te uiten via hoofddeksels.

Maar ook buiten de politici waren er echte grote helden opgestaan in 2009. Dirk Scheringa werd geroemd als bankier. Net als zijn voorbeeld Robin Hood, bracht hij de allerarmsten in nog grotere financiële problemen en verdeelde hij het geld onder hemzelf en de allerrijksten. Marco Borsato liet iedereen op TV weten, dat hij verschrikkelijk veel verdriet had. Als een echte held had hij de laatste jaren grote risico's genomen met de toekomst van zijn werknemers met als doel meer geld te kunnen verdienen buiten zijn eigen muziek. Laura Dekker was de grote heldin van 2009. Zoals het hoort bij een echte heldin, liet zij zien dat haar eigen belang veel belangrijker was dan zij die verantwoording over haar moeten afdragen. Haar uitdaging was duidelijk, net als bij alle andere grote sportprestaties gaat het niet om een snelste tijd, langste afstand, etc, maar om iets te doen op een zo jong mogelijke leeftijd. Dat is ook dusdanig belangrijk dat een jaar lang verzuim op schoolplicht, reële kans op kidnapping, verkrachting en blijvende psychische schade uiteraard volstrekt van ondergeschikt belang zijn. Haar inspirerende voorbeeld vond al snel navolging. Haar ouders steunden haar, omdat dit laat zien hoe je als ouder een kind voorbereid op een sociale samenleving en hoe je je kind bescherming biedt. Zelfs de rechter liet zich op heldhaftige wijze inspireren. De rechter stelde ook het belang van het grotere geheel boven het belang van het individu. Laura had zich namelijk buitengewoon verantwoordelijk gedragen door haar burgerlijke ongehoorzaamheid, waarbij de regels werden genegeerd en ze naar het buitenland was gevlucht. Zelfs de rechter wist dat je dergelijk goed gedrag direct moet belonen. De rechter gaf Laura dan ook alsnog alle steun bij haar plan in haar eentje de wereld rond te reizen.

Het zal nog moeilijk worden in 2010 om zulke helden te vinden. Mischien dat Giel Beelen en Edwin Evers kans gaan maken, want zij krijgen per jaar een paar honderdduizend euro van de Nederlandse burgers. Dat verdienen ze terecht, want ze zetten zich ook heel erg in voor de goede doelen. Bij de actie giro 555 voor Haïti vertelden ze vol trots dat ze als miljonair ieder maar liefst 100 euro hadden gegeven. Tja tegenover zulke bekende helden, maak je als klein kind die al zijn of haar spaargeld anoniem weggeeft natuurlijk geen enkele kans.

Klimaattop in Kopenhagen (Deel 3 van de 3)

Wat is het probleem en wie is de oplossing?

14 December 2009 16:33:36

Juist als men heel sceptisch staat tegenover alles, dan zou men altijd rekening moeten houden met een scenario waarin dingen die men niet juist acht, juist zouden zijn. Dan zouden mensen die denken dat er wel een mogelijke catastrofe ten aanzien van klimaat en schaarste zal kunnen plaatsvinden, rekening moeten houden met een scenario dat het niet gaat gebeuren en andersom. In dat geval is er voor beide partijen sprake van een risico en van een kosten/baten afweging. Een risico bestaat uit de kans en uit het gevolg. Zelfs al zou men geloven dat de kans klein is, dan nog blijven de gevolgen van eventuele opwarming en schaarste buitengewoon groot. Opwarming leidt tot overstroming, droogte en het uitsterven van organismesoorten. Schaarste leidt tot meer oorlog, corruptie ziekte en honger. Bij de kosten/baten afweging zou in het scenario dat er geen catastrofe zal kunnen plaatsvinden, hooguit geld verloren zijn gegaan. Daar tegenover staat dat als het scenario wel zal kunnen plaatsvinden, de grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid voorkomen zou kunnen worden.

Op het moment dat men bereid is rekening te gaan houden met het catastrofescenario en bovendien echt verantwoording wil nemen, dan is de oplossing plotseling helemaal niet zo ingewikkeld. Men zou beginnen met berekenen hoeveel CO2 afkomstig van de mens de aarde nog kan verwerken per jaar en dat wordt dan de norm als maximum uitstoot. Deel die hoeveelheid vervolgens door het huidige aantal wereldbewoners en ieder individu weet zijn of haar maximum. Afhankelijk van hoe gerekend gaat worden, komt men dan waarschijnlijk op een gemiddelde van 1 tot 3 ton kg CO2 per jaar per wereldbewoner. Als een land dan netto meer CO2 verbruikt dan op grond van het aantal inwoners in 2009 zou mogen, dan moet het verantwoording afleggen en boete betalen aan de rest van de landen, tenzij een overeenkomst gemaakt kan worden met een land dat veel minder CO2 verbruikt dan het zou mogen. Ieder land kan dan op een eigen manier oplossingen zoeken om te voldoen aan die eis om op die manier het tij te keren. Uiteraard zal een korte overgangsperdiode moeten worden afgesproken, maar ook die periode kan met maximumeisen werken. Ook op individueel niveau zullen mensen met zo'n regelgeving verantwoording moeten afleggen aan hun omgeving wanneer zij een grotere bijdrage leveren aan de uitstoot dan gemiddeld verantwoord is. Nederlanders gebruiken bijvoorbeeld gemiddeld 12 ton kg CO2 per persoon per jaar.
Men kan als land en als individu kiezen voor verschillende deeloplossingen. Zo kan men kan zeer strenge geboortebeperking invoeren door bijvoorbeeld de belasting voor een tweede kind te verhogen. Hierdoor zal de bevolking langzaam krimpen en en zal er dus in verhouding gemiddeld meer uitgestoten mogen worden per inwoner. Men kan ook kiezen om minder te consumeren. Weer een andere oplossing is te zorgen voor minder uitstoot per consumptie door duurzamere producten te gebruiken die minder of geen CO2 vereisen. Andere landen kunnen juist CO2 compenseren door bomen te planten. Het kappen van de laatste bomen zou dan plotseling overeenkomen met het slachten van de laatste melkkoe.

De beste oplossing is wellicht door alle vier de voorgaande oplossingen te combineren, zowel op internationaal, nationaal als individueel niveau. Op het moment dat men op individueel niveau aangesproken kan worden door de omgeving, stijgt het besef en het verantwoordelijkheidsniveau het sterkst. Het is dan niet langer een probleem van de ander, maar een probleem van ieder individu en van iedereen gezamenlijk. In de geschiedenis van de mensheid was niets zo verantwoordelijk voor een sterk saamhorigheidsgevoel als wanneer er een gezamenlijke bedreiging was in combinatie met een gezamenlijk belang. Zo waren de Atheners en Spartanen continu in oorlog met elkaar totdat een invasie van de Perzen hun beide bedreigde. Daardoor kan de oplossing niet alleen oorlogen door schaarste voorkomen, maar zelfs zorgen voor een sterkere binding tussen verschillende landen, rassen, culturen en religies dan ooit te voren.

Hoewel de quotumoplossing op zichzelf niet heel ingewikkeld is, vergt het wel nauwe afspraken en samenwerking tussen alle landen van de wereld en vooral vereist het grote consessies. Vaak wordt er gevraagd: "Wie is de oorzaak van het probleem en wat is de oplossing?" Maar zodra er eenmaal schuldigen aangewezen worden, blijft de fundamentele oplossing juist achterwege. Ik vraag me daarom ook af waarom ik zo zelden hoor: "Wat is de oorzaak van het probleem en wie is de oplossing?" Immers of de mens nu wel of niet oorzaak is van het probleem, de oplossing zal in elk geval van de mens moeten komen. Hetzelfde geldt voor landen onderling. Of de landen met de grootste rijkdom nou wel of niet de grootste oorzaak zijn, het geld kan niet komen van landen die geen geld hebben.

De landen die nu per inwoner het meeste verbruiken, niet helemaal toevallig de rijke ontwikkelde landen, zullen de grootste bijdrage moeten leveren aan de oplossing. Zij zullen bovendien veruit de grootste consessies moeten doen. Daardoor bestaat de kans dat deze landen het met minder luxe moeten doen dan zij tot dan toe gewend waren. De vraag voor de ontwikkelde landen is alleen wat hun dierbaarder is: Het grote geld dat ooit was uitgevonden als middel, maar nooit als doel op zich of toch het voortbestaan van het eigen nageslacht? Daarmee kom ik terug op mijn vraag uit het vorige deel: In hoeverre zou de mensheid gezamenlijk prioriteit geven boven al het andere (zoals geld, gewoontes, gemak, bestaande conflicten en problemen) aan het voorkomen van een eventuele catastrofe die het voortbestaan van de mens zelf direct in gevaar brengt? Daar zit mijn twijfel.


Wallace Hartley bleef gewoon muziek spelen, terwijl de Titanic zonk. Hij werd door velen gezien als held. Was comfort en rust belangrijker dan actie?

Klimaattop in Kopenhagen (Deel 2 van de 3)

Je geld of het leven van je kind

14 December 2009 14:45:13

Soms vraag ik mij af hoe de mensheid zou reageren als zij geconfronteerd zou worden met de grootste uitdaging in haar geschiedenis: het redden van haar eigen voortbestaan. Stel dat astronomen tot de ontdekking zouden komen dat de planetoïde Sisyphus met een doorsnede van 10 kilometer in het jaar 2050 de aarde zou treffen. Ik zie voor me hoe wetenschappers van over de hele wereld proberen nauwkeurige te verspellen, hoe de planetoïde de aarde zou treffen en wat de gevolgen zouden zijn. Na de eerste grote berekeningen zou men concluderen dat de kans op een voltreffer ongeveer 95% is en dat daarbij minimaal 60% van alle diersoorten binnen een maand zou uitsterven. Bovendien komen zij tot de conclusie dat minimaal de helft van al het geld dat wereldwijd verdiend wordt geïnvesteerd zou moeten worden in een missie die de eventuele catastrofe kan voorkomen. In hoeverre zou de mensheid gezamenlijk prioriteit geven aan het voorkomen van een eventuele catastrofe die zijn eigen voortbestaan direct in gevaar brengt boven alle bestaande conflicten en problemen?
Allereerst zou men natuurlijk moeten vertrouwen op de waarnemening en berekeningen van een kleine groep wetenschappers, meetapparatuur en computers. Als men het er eenmaal over eens zou raken dat er inderdaad wat moet gebeuren, dan zouden er waarschijnlijk gezamenlijke pogingen worden ondernomen om de koers van Sisyphus te beïnvloeden of zelfs om de planetoïde te vergruizen.

Sommige politici en media in de wereld wijzen graag op de twijfel die zou bestaan over de opwarming van de aarde en toekomstige schaarste van fossiele brandstoffen. De beredenering daarna is dikwijls dat er om die reden ook geen belastinggeld moet worden gestoken in een eventuele oplossing. Dat er twijfel bestaat binnen de wetenschap is juist. Die twijfel houdt de wetenschap ook scherp. Immers niets is zo kritisch over de wetenschappelijke resultaten als de wetenschap zelf. Dat er twijfel binnen dit onderwerp bestaat, komt vooral, omdat nog niet alles bekend is op dit complexe terrein. Maar juist binnen zulke complexe systemen, kan men wel spreken over waarschijnlijkheden en onwaarschijnlijkheden. Om daar een uitspraak over te kunnen doen, hoeft men eigenlijk maar een paar feiten te beheersen, waarover iedereen het juist wel eens is.

Het eerste feit is dat de wereldpopulatie exponentieel toeneemt via de zogeheten "J-kromme" (of "hockeystick-kromme"). De bevolkingsgroei is zo sterk dat bij andere diersoorten sprake zou zijn van een plaag. Terwijl een verdubbeling van de wereldbevolking in de Middeleeuwen nog zo’n 650 jaar duurde en tot het jaar 1800 nog ongeveer 200 jaar, verdubbelt het nu al ongeveer iedere 30 jaar. De gemiddelde consumptie en CO2 uitstoot per wereldbewoner neemt ook exponentieel toe. De gemiddelde wereldbewoner verbruikt de afgelopen jaren ieder jaar ongeveer 2% meer CO2 dan het jaar ervoor. De hoeveelheid CO2 opnemende aardoppervlakte neemt juist af per jaar. De oppervlakte aan tropisch regenwoud is bijvoorbeeld sinds 1850 gehalveerd.

Al deze exponentiële processen vinden gelijktijdig plaats en versterken elkaar ook nog. Er is dus ook geen twijfel of er een houdbaarheidsdatum is, maar alleen wanneer en hoe die zich zal openbaren. Nu zijn er verschillende manieren om met die feiten om te gaan. Allereerst kan men het probleem ontkennen door alleen te luisteren naar feiten die men wil horen en de rest te negeren. Men kan ook op verschillende manieren de verantwoording afschuiven. Zo kan men de natuur zelf de schuld geven door vast te houden aan het idee dat de impact van de mens uiteindelijk nooit groot genoeg kan zijn om het klimaat te veranderen. Men kan ook andere mensen de schuld te geven door erop te wijzen dat ontwikkelingslanden minder efficiënt produceren en meer centrales bouwen dan elders. De ontwikkelingslanden kunnen op hun beurt de ontwikkelde landen de schuld geven dat zij per inwoner veruit het meeste consumeren en CO2 uitstoten. Burgers kunnen de verantwoording afschuiven op de politiek, de politiek kan het afschuiven naar bedrijven en bedrijven naar de consument. Tot slot kan men altijd nog de verantwoording afschuiven op volgende generaties, omdat de huidige generatie er immers nog niet voldoende mee te maken zal hebben. Op het moment dat de verantwoording door dergelijke logica is afgeschoven, kan de rust terugkeren en hoeft men geen verdere conssessies te doen op gemak, gewoontes en geld.


Wereldpopulatie mensen

Klimaattop in Kopenhagen (Deel 1 van de 3)

03 December 2009 21:04:15

Mensen onderscheiden zich van andere zoogdieren, omdat ze als enige in staat zijn nauwkeurig over de toekomst na te denken. Vanacht had ik echter een merkwaardige droom. Ik sta bovenaan een heuvel. Als ik voor me kijk zie ik dat ik midden op een schitterend exotisch eiland sta. Naast mij staat een bloedmooie dame met roze wangen en blond haar me verliefd aan te staren. Het kan niet anders of ik ben alsnog als atheïst op raadselachtige manier in de hemel gekomen. Dan zie ik ineens dat een paar meter verderop een lange tafel staat. Aan het hoofd van de tafel zit mijn jongere neef. Hij is ongelooflijk dik, heeft een petje op en een T-shirt met een witkopzeearend erop. Hij zit al etend, gretig te kijken naar de schalen vol met eten voor hem. Ondertussen lopen er vijf kleine jongens van een jaar of tien in een rood shirt druk met een geel gezichtje heen en weer om nieuwe schalen met vers vlees te serveren. Verderop zie ik vier jonge mannen met een roetzwarte huid administratie doen voor mijn neef. Achter mij hoor ik plotseling een kettingzaag. Als ik me omdraai, zie ik een man de hoogste boom van het hele eiland omzagen. Ik loop naar mijn neef en vraag hem wat ze met die boom gaan doen. Hij wijst naar een gebouw verderop met een schoorsteen erop die hoger is dan die boom. "Voor in de oven van mijn keuken", zegt hij tegen mij. Nog voor hij zijn verhaal heeft afgemaakt, begint hij tegen de vijf kinderen te schreeuwen: "Ik had toch duidelijk gezegd meer te willen dan gisteren? Ik wil twee extra schalen en omdat jullie niet kunnen luisteren, betaal ik vandaag 10% minder!" Tot mijn verbazing gooit hij negen goudkleurige kartonnen dukaten naar de kinderen. Hij voegt er nog aan toe: "Zonder mij hebben jullie geen werk!"


Mijn neef vraagt me of ik vanavond ook meedoe met het pokertoernooi. Ik zeg dat ik geen geld bij me heb, waarop hij lacht en zegt: "Ik heb ook geen geld, maar ik leen gewoon altijd van die kinderen". Aan de zijkant van de tafel zit een man met een lange baard en een vrouw met een doek om haar hoofd. De man zit zich duidelijk te ergeren aan hoe mijn neef gretig het eten naar binnen schrokt. Voor hem ligt een klein zaagje op tafel. Naast hem zitten twee donker gekleurde mannen met gouden kettingen om de nek en ernaast zit een broodmagere vrouw met een zieke baby. Ik zie de mannen nog net een zak vol messen naar zich toe trekken, terwijl ze gauw een stapeltje diamanten naar de andere kant van de tafel schuiven. Daar zit een dronken man met een grote berenmuts in zichzelf te lachen. Ik schrik me kapot als ineens achter me een gigantisch vuur wordt ontstoken in de buurt waar de man met de kettingzaag stond. "Geen zorgen, hij maakt plaats voor een nieuw weiland daar. Daar kunnen we graan verbouwen." "Heb je niet genoeg brood," vraag ik mijn neef. "Het gaat erom dat we met meer graan meer koeien houden en dus meer inkomsten hebben."


Inmiddels komt er een pikzwarte wolk uit de vuurzee die het hele eiland bedekt. Een dikke laag roet slaat neer op de laatste bomen van het eiland. Mijn neef haalt een bouwtekenening te voorschijn en laat die aan mij zien. Op de tekening zie ik een gebouw met een nog grotere schoorsteen dan die van de bestaande keuken. "Dit wordt de nieuwe keuken. Ik had tegen de jongens gezegd dat als zij voortaan ook meer willen eten, dat zij dan eerst wat meer moeten klaarmaken. Nu willen ze net zoveel als ik. Willen jullie ook een aandeel?" De mooie vrouw naast mij schudt haar hoofd en zegt: "Nee, geen geld." "Je kan toch geld lenen", zegt mijn neef. Hij ziet mij twijfelen en voegt er aan toe: "Jullie zijn ook altijd verdeeld". Ik vraag mijn neef hoe lang die ovens kunnen branden op die paar bomen op het eiland die er nog staan. "Geen zorgen over de toekomst. Eet liever wat meer. Hoe meer we eten, hoe meer we kunnen verdienen aan die nieuwe keuken immers. Je moet in het hier en nu leven. Je moet alles aangrijpen wat je tegenkomt. Je weet wat ik altijd zeg: Leef je dag alsof het je laatste is. Carpe diem!"


Het wordt nu ineens wel erg donker. Het begint hard te waaien en grote golven komen ineens van over het strand geslagen en vernielen de weilanden aan de kust van het eiland. Ik lijk de enige die in paniek raakt. Een aantal mannen beginnen geërgerd elkaar de schuld te geven van het noodweer, terwijl anderen schreeuwen dat het allemaal niks voorstelt en dat iedereen gewoon moeten wachten tot het noodweer overwaait. Ik vraag aan mijn neef of we niets moeten doen. "Waaraan?" De rest van de mensen werkt gewoon door. Op het zelfde moment hoor ik de stoelpoot onder mijn neef doormidden breken. Ik zie een duidelijke zaagsnede in de poot zitten. Mijn neef valt met een luide knal achterover op de grond. In een fractie van een seconde zie ik mijn neef een automatisch geweer onder de tafel vandaan halen. Achter mij is het vuur inmiddels overgeslagen op de laatste bomen van het eiland en ik merk dat ik bijna stik van de rook. De golven hebben de eettafel al bereikt, als mijn neef opstaat met het geweer in zijn rechter hand en een grote stapel kartonnen dukaten tegen zijn borst gedrukt in zijn linker hand. "Okay, jullie willen zeker al mijn dukaten stelen!? Dit kunnen jullie krijgen...!" Ik hoor een grote harde knal. Het is pikkedokker en ineens doodstil. Mooi, ik ben eindelijk in slaap gevallen.